Worteldoek
Accessoires
Van omslagdoek tot tafelloper
Enorme kasjmiersjaals waren een modieus accessoire onder rijke dames in de negentiende eeuw. Parijs was hierin toonaangevend. Binnen sommige Nederlandse streekdrachten werden naast andere wollen omslagdoeken ook wel worteldoeken gedragen, meestal van kleiner formaat. Het woord zou zijn afgeleid van het boteh-motief: een patroon van druppels of gestileerde dennenappels die in Nederland als wortels werden gezien. De los geweven doeken met decoratieve patronen komen het meest voor in rood- en bruintinten. De worteldoek bleef tot ver in de twintigste eeuw in gebruik. Daarna werden ze alleen nog in het interieur gedrapeerd, kunstig langs de wand, op tafel of over de schoorsteenmantel.